Document toolboxDocument toolbox

(2021-25) Algemeen 2021-2022

Elk jaar willen wij de jaarwissel zo makkelijk mogelijk maken. Wij bereiden je hierop voor met behulp van onze webinars en het stappenplan in dit handboek. Deze hulpmiddelen hebben één gezamenlijke basis: de procesbeschrijving. Deze bestaat uit 3 korte stappen en eventuele acties vanuit wettelijke wijzigingen. De stappen voor een Easy jaarwissel bestaan uit:

  1. Openen loonjaar 2022 
  2. Aanpassen lonen en tarieven en herwaarderen reserveringen
  3. Afsluiten loonjaar 2021 

Deze stappen richten zich op de handelingen die je in Easyflex moet doen om het loonjaar 2022 operationeel te maken en uiteindelijk het loonjaar 2021 af te sluiten. Aanvullende informatie en veel voorkomende vragen vind je gemakkelijk terug in de doorverwijzingen of in de FAQ. Klik hier voor een overzicht van alle downloads.

Voordat je begint

Wanneer je met stap 1 van de jaarwissel bezig bent, is het niet mogelijk om pro forma's te maken en is het niet mogelijk om te verlonen en/of te factureren. Bedenk om deze reden goed wanneer je aan deze stap gaat beginnen. Nadat stap 1 is afgerond, kun je de eventuele acties uitvoeren die voortkomen uit de wettelijke wijzigingen, zoals hieronder beschreven. Stap 1 kan pas worden uitgevoerd wanneer loonjaar 2022 beschikbaar is, dit zal medio december zijn. 

Let op:  Wanneer er per 01-01-2022 een sectorwijziging plaats moet vinden, moet je deze sectorwijziging eerst door ons laten uitvoeren voor je de stappen van de jaarwissel uit kunt voeren. Stuur hiervoor een e-mail naar support@easyflex.nl. 

Wat heb je nodig?

  • De beschikking van de Belastingdienst met hierop de gedifferentieerde premies Whk en de te betalen Aof premie

  • Premie voor de AZV (wanneer je flexwerkers met beding uitzendt)

  • Pensioen gegevens (wanneer je een ander pensioen dan StiPP toepast)

  • Rechten in 'Beheer > Bedrijfsinstellingen'

Daarnaast wijzen wij je erop, dat alle in dit document opgenomen variabelen zijn verzameld uit de diverse documenten zoals wij deze van de Belastingdienst, de ABU, de NBBU en StiPP hebben mogen ontvangen. Easyflex aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de juistheid van deze variabelen. Voor het verkrijgen van de juiste voor jullie van toepassing zijnde variabelen verwijzen wij je naar de daarvoor verantwoordelijke instanties.

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen vanaf 2022

Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen vanaf 2022. Een volledig overzicht van alle loontechnische wijzigingen vind je in de nieuwsbrief 'Loonheffingen 2022' van de Belastingdienst.

StiPP pensioenregeling

Aanpassing wachttijd

Vanaf 1 januari 2022 gaat een werknemer na 8 weken gewerkt te hebben voor dezelfde werkgever pensioen opbouwen in de Basisregeling. De werknemers die met ingang van week 1 van 2022 8 weken of meer, maar minder dan 26 weken voor je hebben gewerkt, starten met ingang van 2022 direct met pensioen opbouwen in de Basisregeling. Werknemers die in 2022 de 8 weken wachttijd bereiken, gaan vanaf dat moment pensioen opbouwen. Voor werknemers die nu al deelnemen aan de Basis- of Plusregeling van StiPP verandert er niets door de verkorte wachttijd.

Aanpassing pensioengevend salaris

Met ingang van 2022 bestaat het pensioengevend salaris uit:

  1. Het loon voor de werknemersverzekeringen met uitzondering van de bijtelling als gevolg van het privégebruik van een zakelijke auto;
  2. Het werknemersaandeel in de premie voor de pensioenregeling;
  3. Het loon dat is uitgeruild voor vrije vergoedingen of vrije verstrekking op grond van artikel 20 CAO voor Uitzendkrachten (‘uitruil van arbeidsvoorwaarden’’).

Meer informatie over de wijzigingen in de pensioenregeling vind je op de website van StiPP.

Wijziging in Easyflex

Bij elke flexwerker die op dat moment 8 of meer weken heeft gewerkt wordt een signalering getoond dat hij/zij recht heeft op basispensioen. Dit geldt voor declaratiesignaleringen (mits ingeschakeld in 'Beheer > Bedrijfsinstellingen > Declaratiesignaleringen') en het overzicht 'Signaleringen'. Ook voor flexwerkers die in het verleden StiPP hebben gehad en een onderbreking hebben en sinds die onderbreking weer in de wachttijd zijn beland, geldt dat de wachttijd 8 weken wordt i.p.v. 26 weken. De signaleringen zijn van toepassing vanaf 3 januari (dus ook bij maand loontijdvak). Bij loontijdvak maand kan het basispensioen per 1 januari worden aangezet. 3 januari 2022 kan ook, omdat het pensioen voor het hele loontijdvak wordt toegepast.

Het tabblad 'Looncomponenten' in 'Beheer > Bedrijfsinstellingen > Aftrekposten' wordt vanaf 2022 disabled. Er wordt gekeken naar het brutoloon van de looncomponenten die zijn ingesteld op 'Loon SVW: Ja' en dit wordt verminderd met de AZV premie. Op tabblad 'Algemeen' in 'Beheer > Bedrijfsinstellingen > Aftrekposten' kun je t/m 2021 kiezen voor 'Uitzend-cao' of 'Zonder ORT' bij 'Premie berekenen over'. De optie 'Zonder ORT' kan vanaf 2022 niet meer geselecteerd worden (nog wel bij oude loonjaren). Dit betekent dat alleen de optie 'Uitzend-cao' overblijft. De keuze 'Uitzend-cao' staat t/m 2021 voor: 'inclusief het toeslagdeel van onregelmatige uren', maar vanaf 2022 heeft dit dus een andere betekenis: 'SV-loon' (met daarop enkele uitzonderingen; bijtelling verhoogt het SV-loon, maar moet niet de pensioengrondslag verhogen. Het SV-loon is verlaagd met de uitruil, maar de uitruil is wel pensioengrondslag. De AZV premie verlaagt het SV-loon, en de grondslag voor pensioen is dus ook zonder AZV). Verder worden de opties bij 'Optie pensioengrondslag' uitgevinkt en disabled per 2022. 

Verkorting fase A/1-2 

Met ingang van 3 januari 2022 wordt de eerste fase van uitzenden, fase A/fase 1-2, beperkt tot 52 gewerkte weken. 

  • Voor uitzendkrachten die op of na 3 januari 2022 starten in fase A/1-2 geldt direct de nieuwe termijn van 52 gewerkte weken. Voor uitzendkrachten die voor 3 januari 2022 zijn gestart geldt tot 2 januari 2023 de termijn van maximaal 78 gewerkte weken;
  • Met ingang van 2 januari 2023 geldt de periode van 52 gewerkte weken voor alle uitzendkrachten;
  • Uitzendkrachten die op 2 januari 2023 al 52 weken hebben gewerkt in fase A/1-2 stromen - bij voortzetting van het dienstverband - op die datum in in fase B/3;
  • Uitzendovereenkomsten met een looptijd langer dan 2 januari 2023 worden aangemerkt als het eerste contract in fase B/3. 

Wijziging in Easyflex

Deze wijziging is doorgevoerd in Easyflex m.b.t. CAO fase, contractadviezen en signaleringen. Op het moment van publicatie van deze procesbeschrijving zijn er nog geen nieuwe templates beschikbaar gesteld door ABU en NBBU. Daarom adviseren we om de templates te controleren en indien gewenst, aan te passen. 

Verkorting fase B/3 

De termijn van fase B/3 wordt met ingang van 3 januari 2022 beperkt tot 3 jaar en/of maximaal 6 contracten.

  • Voor uitzendkrachten die op of na 3 januari 2022 starten in fase B/3 geldt direct de nieuwe termijn van 3 jaar. Voor uitzendkrachten die voor 3 januari zijn gestart in fase B/3 geldt tot 2 januari 2023 de termijn van maximaal 4 jaar en/of maximaal 6 contracten;
  • Met ingang van 2 januari 2023 geldt deze periode van 3 jaar voor alle uitzendkrachten. Uitzendkrachten die op 2 januari 2023 al drie jaar lang uitzendovereenkomsten in fase B/3 hebben gehad, stromen - bij voortzetting van het dienstverband - op die datum in in fase C/4.
  • Als een uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd in fase B (ABU) is ingegaan vóór 17 november 2021 met een einddatum op of na 2 januari 2023 mag deze worden uitgediend in fase B, mits deze de maximale termijn van 4 jaar niet overschrijdt. 
  • Als een uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd in fase 3 (NBBU) is ingegaan vóór 1 januari 2022 met een einddatum op of na 2 januari 2023 mag deze worden uitgediend in fase 3, mits deze de maximale termijn van 4 jaar niet overschrijdt. 

Wijziging in Easyflex

Deze wijziging is doorgevoerd in Easyflex m.b.t. CAO fase, contractadviezen en signaleringen. I.v.m. het verschil in data tussen de ABU en NBBU cao is het belangrijk dat in de werkmaatschappij op tabblad 'Beheer > Bedrijfsinstellingen > Algemeen' bij 'Volgt regelgeving van' de juiste cao is geselecteerd. Op basis van deze instelling vinden de signaleringen namelijk plaats. Op het moment van publicatie van deze procesbeschrijving zijn er nog geen nieuwe templates beschikbaar gesteld door ABU en NBBU. Daarom adviseren we om de templates te controleren en indien gewenst, aan te passen. 

Inlenersbeloning

Met ingang van 3 januari 2022 wordt de inlenersbeloning aangepast, dan wel uitgebreid met het volgende:

  • Eenmalige uitkeringen: alle eenmalige uitkeringen ongeacht het doel of de reden van de uitkering, niet zijnde een periodiek repeterende uitkering.
  • Kostenvergoedingen (voor zover de uitzendonderneming deze vrij van loonheffing en premies kan uitbetalen) en thuiswerkvergoedingen (ongeacht of deze vrij van loonheffing en premies kunnen worden uitbetaald).
  • Onder de inlenersbeloning valt ook het geldende periodeloon in de schaal. Als het bij de opdrachtgever beleid is om het aanvangsloon mede te bepalen op basis van de ervaring in een nagenoeg gelijke functie dan geldt dat ook voor de uitzendkracht. 
  • Toeslagen voor werken in onregelmatigheid en/of onder (fysiek) belastende omstandigheden samenhangend met de aard van het werk. Te denken valt aan (niet limitatief): overwerk, werken op avond-, weekend- en feestdaguren, verschoven uren, ploegen, lage en/of hoge temperaturen, gevaarlijke stoffen, vuil werk.
  • Initiële loonsverhoging vanaf hetzelfde tijdstip en met dezelfde omvang als bij de opdrachtgever.

Wijziging in Easyflex

Controleer of je bovenstaande correct toepast. Hiervoor zijn geen wijzigingen doorgevoerd in Easyflex. 

Arbeidsmigranten

Met ingang van 1 januari 2022 gelden de volgende afspraken voor uitzendkrachten die arbeidsmigrant zijn:

Inkomenszekerheid

De arbeidsmigrant die voor het eerst voor werk bij de uitzendonderneming naar Nederland komt en door of in opdracht van die uitzendonderneming buiten Nederland wordt geworven, heeft gedurende de eerste twee maanden ten minste recht op een bedrag ter hoogte van het voltijdsminimum (jeugd)loon, ongeacht de contractduur en het aantal gewerkte uren. 

De periode van inkomenszekerheid wordt naar rato verkort, als er sprake is van een contractueel vastgelegd kortdurend project. Daarbij dient aan de arbeidsmigrant vooraf, in het thuisland, duidelijkheid te zijn verschaft ten aanzien van de duur en de voorwaarden van het project. Over die kortere periode geldt onverkort het recht op ten minste een bedrag ter hoogte van het voltijdsminimum (jeugd)loon. Als achteraf blijkt dat het project toch 2 maanden of langer duurt dan geldt alsnog een periode van 2 maanden waarover het recht op tenminste het wettelijke voltijdsminimum (jeugd)loon geldt.

Transparantie

De uitzendwerkgever maakt voorafgaand aan de komst naar Nederland in de uitzendovereenkomst duidelijke afspraken met de arbeidsmigrant over de aard van de arbeidsovereenkomst, de toepassing 
van het uitzendbeding of de uitsluiting van de loondoorbetalingsverplichting, de arbeidsomvang, de arbeidsvoorwaarden en de cao. Op de uitzendwerkgever rust de verantwoordelijkheid te zorgen voor een goede werving en selectie. Toch kunnen zich situaties voordoen van bijvoorbeeld disfunctioneren en verwijtbaar handelen door de arbeidsmigrant, of andere gevallen waarbij een inkomensgarantie niet goed past. Wanneer deze omstandigheden zich voordoen binnen een periode van twee weken na aanvang van de werkzaamheden en de uitzendonderneming de arbeidsmigrant daarom niet meer te werk kan of wil stellen, vervalt het recht van de arbeidsmigrant op de inkomensgarantie. Om te voorkomen dat hier lichtvaardig mee wordt omgegaan en om de arbeidsmigrant te beschermen, heeft de arbeidsmigrant bij verval van de inkomensgarantie wel recht op:

  • Een thuiskomstgarantie, waarbij de vervoerskosten naar het thuisland door de uitzendwerkgever worden betaald.
  • De mogelijkheid om aansluitend nog 5 aaneengesloten nachten in de door de uitzendonderneming gefaciliteerde huisvesting te verblijven op kosten van de uitzendonderneming.
  • Kwijtschelding van eventuele openstaande schulden, die opgebouwd of ontstaan zijn in de eerste twee weken met de komst van de arbeidsmigrant naar Nederland, voor zover deze op basis van de wettelijke regels niet konden worden ingehouden en/of verrekend. Dit betreffen schulden voor zover ze gefaciliteerd zijn door de uitzendonderneming en betrekking hebben op:
    • vervoer thuisland-Nederland, vervoer woon-werkverkeer;
    • huisvesting;
    • zorgverzekering.

Wanneer deze omstandigheden zich voordoen in de periode vanaf twee weken tot twee maanden na aanvang van de werkzaamheden, blijft het recht van de arbeidsmigrant op de inkomensgarantie over de periode van 2 maanden bestaan. Mocht het functioneren van de arbeidsmigrant reden zijn om aansluitend aan de periode van inkomenszekerheid geen nieuwe werkzaamheden meer aan te bieden, dan stelt de uitzendonderneming de arbeidsmigrant hiervan twee weken voor einde van de periode van twee maanden in kennis.

Redelijke periode de huisvesting te verlaten

Als de uitzendovereenkomst eindigt geldt een overgangstermijn van 4 weken waarbinnen de arbeidsmigrant de huisvesting die hij huurt van de werkgever dient te verlaten. De huurprijs blijft maximaal gelijk aan de huurprijs tijdens het dienstverband. De arbeidsmigrant voldoet de huurprijs wekelijks. De uitzendonderneming houdt bij het innen van de huurprijs en het beëindigen van het verblijf in de huisvesting rekening met bijzondere persoonlijke omstandigheden van de arbeidsmigrant die maken dat hij buiten zijn toedoen de huur niet kan betalen of ziek is. In dat geval biedt de uitzendonderneming een gezien de bijzondere persoonlijke omstandigheden passende termijn om de huisvesting te verlaten.

Wijziging in Easyflex

Bij de flexwerker op tabblad 'Fiscaal-sociaal' zijn twee nieuwe velden toegevoegd bij 'Basisgegevens', namelijk 'Arbeidsmigrant' met een checkbox en daaronder 'Einddatum AM', waar handmatig of door middel van de kalender een einddatum kan worden ingevoerd. De einddatum is de datum tot wanneer de flexwerker recht heeft op het voltijd minimumloon. Zodra een einddatum is ingevuld, komt er automatisch een vinkje te staan bij 'Arbeidsmigrant'. Je hoeft zelf de checkbox dus niet te vullen.

Op het moment dat je bij 'Identiteitsgegevens' een BSN-document toevoegt, word je herinnerd aan de mogelijkheid om de flexwerker als arbeidsmigrant vast te leggen. 

In 'Matching' kan via 'Uitvoer samenstellen' de kolom Arbeidsmigrant en de kolom met de einddatum worden toegevoegd. Zo kun je een overzicht maken welke flexwerkers een arbeidsmigrant zijn (geweest). Tot slot worden de rapporten van de overzichten 'Urendeclaraties' en 'Overzicht Urendeclaraties verwerkt' uitgebreid met bovenstaande waardes, zodat zowel voor als na verloning kan worden gecheckt of aan de voorwaarden is/wordt voldaan. 

Premiedifferentiatie WAO/WIA (Aof) 

Met ingang van 1 januari 2022 wordt de basispremie Aof vervangen door een gedifferentieerde premie Aof. Kleine werkgevers gaan over het premieloon van hun werknemers een lagere gedifferentieerde premie Aof betalen dan overige (middelgrote en grote) werkgevers. Met ingang van 1 januari 2022 wordt een werkgever als klein aangemerkt als de premieloonsom van de werkgever maximaal 25 maal het gemiddelde premieloon per werknemer per jaar bedraagt. Deze definitie van een kleine werkgever gaat per 1 januari 2022 ook gelden voor de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (Whk). 

De opslag voor de Wet kinderopvang (Wko) blijft van toepassing op de gedifferentieerde Aof premie. Bovenop de lage of hoge premie betaal je dus de opslag voor de Wko. De opslag Wko bereken je over de (gezamenlijke) grondslag van de Aof.

Wijziging in Easyflex

Vanwege de uitbreiding van de Aof-premie van 'basis' naar 'hoog', 'laag', 'uitkering' en de losgekoppelde Wko wordt er een wijziging doorgevoerd in het overzicht 'Premies en grondslagen'. Vanaf loonjaar 2022 zijn de volgende selecties zichtbaar: 'Premies deel 1' en 'Premies deel 2'. Deel 1 was voorheen 'Gediff. premies werkhervattingskas (Whk)' en deel 2 was voorheen 'Premies en kortingen zonder Whk'. In deel 2 komen de nieuwe Aof-premies en Wko te staan. De ZVW grondslag en premie wordt verplaatst naar deel 1. Ook het exportbestand wordt uitgebreid met de nieuwe kolommen. 

De looncomponenten voor deze premies zijn reeds toegevoegd bij 'Beheer > Bedrijfsinstellingen > Looncomponenten > Premies voor sociale verzekeringen'. Aan deze looncomponenten moet nog een grootboeknummer worden gekoppeld. Er zijn nieuwe grootboeknummers voor het 4-cijferige en 5-cijferige rekeningschema. Deze kun je terugvinden in stap 1 van de jaarwissel. Ook zijn de grootboeknummers te raadplegen in het standaard rekeningschema van Easyflex. 

Voor uitkeringen werknemersverzekeringen moet de hoge Aof-premie worden toegepast. Je dient zelf bij de betreffende looncomponenten ('Loon arbeidsongeschiktheid', 'Vast loon' en 'Loon verlaagde uurlonen' ) aan te geven of het een uitkering werknemersverzekeringen betreft. Bij de looncomponentinstellingen stond al het veld 'Premie WW (Awf)' omdat ook deze premie afwijkend kan zijn voor uitkeringen werknemersverzekeringen. In dit veld kon je (bij bepaalde types looncomponenten) de keuze maken tussen 'Automatisch bepalen' en 'Altijd laag'. Omdat vanaf 2022 dus ook voor de Aof-premie een afwijkende premie van toepassing kan zijn op uitkeringen werknemersverzekeringen, is het bestaande veld hernoemd naar 'Uitkering werknemersverzekeringen'. Waar 'Automatisch bepalen' stond ingesteld, is dit gewijzigd naar de waarde 'Nee' en waar 'Altijd laag' stond ingesteld, is dit gewijzigd naar de waarde 'Ja'.

Een korte uitleg over de nieuwe keuzes inclusief informatie over de Aof-premie:
- 'Nee’ (het is dus geen uitkering werknemersverzekeringen) betekent dat de WW-premie van toepassing is die staat ingesteld bij de flexwerker op het tabblad Cao-overige. En vanaf 2022 geldt de Aof-premie die is ingesteld in 'Beheer > Bedrijfsinstellingen > Sociale verzekeringen' voor dat loonjaar. Dit kan dus de hoge maar ook de lage zijn. De werking van de WW-premie blijft gelijk.
- 'Ja’ (het is dus wel een uitkering werknemersverzekeringen) betekent dat de lage WW-premie van toepassing is. Vanaf 2022 geldt de Aof-premie die is ingesteld bij de keuze 'Uitkering’ bij 'Beheer > Bedrijfsinstellingen > Sociale verzekeringen' onder Aof; dit zou in principe hetzelfde percentage moeten zijn als de hoge Aof-premie. De werking van de WW-premie blijft gelijk.

Wanneer je een nieuw looncomponent aanmaakt bij 'Loon arbeidsongeschiktheid', 'Vast loon' en/of 'Loon verlaagde uurlonen' wordt het veld 'Uitkering werknemersverzekeringen' standaard met 'Nee' gevuld. Dit kan aangepast worden naar 'Ja'. 

Arbeidsvoorwaardenbedrag 

Vanwege de opkomst van diverse vormen van door de werknemer te besteden budgetten, zoals individueel keuzebudget (IKB), persoonlijk keuzebudget (PKB), employee benefit of vergelijkbare benamingen, wordt een wijziging doorgevoerd in de aangifte loonheffingen. Hiervoor zijn er vanaf 2022 twee nieuwe rubrieken in de aangifte loonheffingen: 

• Opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag
• Opname arbeidsvoorwaardenbedrag

De term ‘arbeidsvoorwaardenbedrag’ staat voor een toegekend loonbestanddeel, op grond van de (collectieve) arbeidsovereenkomst van de werknemer, voor zover dat loonbestanddeel is uitgedrukt in geld.
Daarbij moet dat loonbestanddeel op enig moment in de toekomst tot voor bij de werknemer belast loon kunnen leiden. Alle arbeidsvoorwaarden die onder deze definitie vallen, vallen onder het ‘arbeidsvoorwaardenbedrag’.

Deze twee rubrieken zijn voor het UWV nodig voor de vaststelling van het dagloon, het maatmaninkomen en voor de inkomstenverrekening (bij een uitkering op grond van de werknemersverzekeringen). Voor een
evenwichtige vaststelling van het dagloon en het maatmaninkomen vermeerdert UWV het loon voor de werknemersverzekeringen (loon SV) in de periode die voorafgaat aan de werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid (de referteperiode) met het bedrag aan ‘Opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag’ en vermindert UWV het loon met het bedrag aan ‘Opname arbeidsvoorwaardenbedrag’. Deze systematiek geldt ook voor de meeste vormen van inkomstenverrekening, maar niet voor de inkomstenverrekening WW: daarbij gaat UWV uit van het uitbetaalde loon voor de werknemersverzekeringen (loon SV) in de zogenoemde referteperiode. Voor de Ziektewet is de referteperiode bijvoorbeeld een jaar voorafgaand aan het ziek worden. Tot en met 2021 gebruikte UWV hiervoor de rubrieken voor ‘Extra periode salaris’ (EPS). Dit volstond niet meer vanwege de opkomst van diverse vormen van door de werknemer te besteden budgetten.

Wijziging in Easyflex

Er zijn 2 nieuwe reserveringen op tabblad 'Beheer > Bedrijfsinstellingen > Reserveringsschema's'; 'Arbeidsvoorwaardenbedrag 1' en 'Arbeidsvoorwaardenbedrag 2'. De grondslag van deze reserveringen zijn alle looncomponenten die bij 'Reserveren over basisdeel' en/of 'Reserveren over toeslagdeel' zijn ingesteld op 'Ja'. De percentages voor de opbouw en de ophoging van de grondslag kunnen ingegeven worden.

Voorbeeld ophogen grondslag en berekenen percentage:
Het percentage voor de reservering Arbeidsvoorwaardenbedrag is 10% en het extra percentage is 8%. Als het brutoloon van de looncomponenten die staan ingesteld op 'Reserveren over basisdeel/toeslagdeel: Ja' € 100,00 is dan wordt deze grondslag eerst opgehoogd met 8% en daarover wordt het percentage van 10% berekend. Dat is dan de opbouw van de reservering. Dus: 100,00 +8% = 108,00 x 10%= 10,80. De opbouw van deze reservering is dan € 10,80.

De opbouw is te zien op de loonspecificatie (dit wordt later optioneel) en op tabblad 'Saldigegevens'. In de urendeclaratie van de flexwerker kan het saldo worden opgenomen in geld. Het is nog niet mogelijk om een opname te doen in tijd. Als work around kun je de geldwaarde van het gewenste aantal op te nemen uren handmatig verlagen bij 'Saldigegevens', vervolgens het saldo vakantieuren ophogen en de opname via de reservering vakantieuren te doen. Het is daarnaast ook niet mogelijk om een opname in natura te doen. Als work around hiervoor kun je handmatig het saldo verlagen en het bedrag zelf opnemen in de WKR. 

De reserveringen worden meegenomen in de kostprijs.

De nieuwe reserveringen worden opgenomen in de volgende overzichten: 'Reserveringen', 'Uitbetalen reserveringen', 'Reserveringen verplaatsen', 'Urendeclaraties' en 'Urendeclaraties verwerkt'. 

Indien deze reservering wordt gebruikt worden altijd de betreffende tags in de loonaangifte gevuld.

Tip: als je nu bijvoorbeeld voor de eindejaarsuitkering de 'extra reservering' gebruikt, dan kun je m.i.v. 2022 de nieuwe reservering gaan gebruiken. Raadpleeg het 'Handboek loonheffingen 2022' van de Belastingdienst om te beoordelen of je het arbeidsvoorwaardenbedrag wel of niet mag toepassen. 

Let op: vanwege de complexiteit van deze regeling wordt hier momenteel nog aan gewerkt. Houdt de Easy update pagina de komende tijd in de gaten voor de juiste toepassing in Easyflex!

Verruiming afmeldtermijn HollandZorg 

Per 01-01-2022 gaat HollandZorg de afmeldtermijn verruimen van 30 naar 40 dagen. Hiermee wil HollandZorg meer tijd aan uitzendbureaus bieden en het risico verkleinen om met onverwachte kosten geconfronteerd te worden als blijkt dat een flexwerker zorg heeft genoten in een periode die met terugwerkende kracht onverzekerd wordt gemaakt. In die periode van 40 dagen neemt HollandZorg dit risico voor haar rekening. 

Bijvoorbeeld: Het is vandaag 16-11-2021

  • Oude situatie (30 dagen eindtermijn): Je kunt een verzekering vastleggen van 01-10-2021 tot 18-10-2021
  • Nieuwe situatie (40 dagen eindtermijn): Je kunt een verzekering vastleggen van 01-10-2021 tot 08-10-2021 

Wijziging in Easyflex

Deze wijziging is doorgevoerd in Easyflex.

AOW gerechtigde leeftijd

In 2022 gaat de AOW gerechtigde leeftijd naar 66 jaar en 7 maanden.

Wijziging in Easyflex

Deze wijziging is doorgevoerd in Easyflex. 

Werkkostenregeling

In 2022 is de verruiming van de vrije ruimte niet meer van toepassing en gelden weer de normale percentages. Dat betekent dat de vrije ruimte per 1 januari 2022 weer 1,7% is voor de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom. Boven de € 400.000 geldt in 2022 (net als in 2021) een vrije ruimte van 1,18%.

Wijziging in Easyflex

Hiervoor is niets gewijzigd in Easyflex. 

WAB bepaling i.v.m. overschrijding contracturen 30% 

Sinds 1 januari 2020 betalen werkgevers als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) een hoge of lage WW-premie. De WAB regelde ook al dat werkgevers met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie moeten afdragen voor werknemers die in een kalenderjaar meer dan 30% hebben overgewerkt. Maar bepaalde organisaties - zoals in de zorg - hadden door het coronavirus extra veel werk en het zou onterecht zijn geweest als door dat vele overwerk een hoge WW-premie verschuldigd was. Daarom heeft het kabinet deze zogenoemde 30% herzieningssituatie in 2020 en 2021 opgeschort. Deze herzieningssituatie zal in 2022 echter wel weer in werking treden. 

Wijziging in Easyflex

In hoeverre de flexwerker heeft afgeweken van zijn contracturen, kan pas na afloop van het kalenderjaar worden beoordeeld. Daarom zal hiervoor in de loop van 2022 e.e.a. ontwikkeld worden. Zodra dit gerealiseerd is zal dit worden gecommuniceerd via de Easy Update pagina. 

WAZO met afwijkende IKV 31

Met ingang van 2022 moet uitbetaling van de WAZO gebeuren met een afwijkende IKV 31 (Uitkering ZW). Het gedoogbeleid van WAZO en loon in één inkomstenverhouding eindigt; dit moeten 2 inkomstenverhoudingen worden. 

Wijziging in Easyflex

Indien je op dit moment het looncomponent voor uitbetaling niet hebt ingericht met afwijkende IKV 31, zul je hiervoor een nieuw looncomponent moeten aanmaken via 'Beheer > Bedrijfsinstellingen > Looncomponenten'. Het 'oude' looncomponent kun je eventueel op 'Niet operationeel' zetten, zodat dit looncomponent niet meer gebruikt kan worden.Â