Document toolboxDocument toolbox

AZV premie

Met ingang van juli 2023 wordt de AZV premie ook van toepassing op contracten zonder uitzendbeding in fase A / 1-2. Daarnaast wijzigen de maximum percentages die mogen worden ingehouden op het loon van de uitzendkracht, dus ook voor de contracten met uitzendbeding.

De AZV betreft de Aanvullende Ziektewet Verzekering conform je CAO. Voor de verzekering van deze kosten en de uitvoering hiervan kun je een overeenkomst sluiten met een verzekeraar, bijvoorbeeld met Flexcom4. De premie hiervoor ontvang je van de verzekeraar. Wanneer je hiervoor geen verzekering hebt, moet je zelf een inschatting van de kosten maken. In de 'Toelichting per kostprijselement voor 2023' van de ABU en in de 'Loonsombrief 2023' van de NBBU kun je de gemiddelde rekenpremies terugvinden. De percentages die je maximaal mag verhalen op je flexwerkers per juli 2023 en de gemiddelde rekenpremies vind je terug in de loonsomelementen van je cao.

Wijzigen maximum percentages werknemer voor IA en IIA

Met ingang van juli 2023 wijzigen de maximum percentages voor de AZV die je mag inhouden op het loon van de uitzendkracht. Om deze percentages te wijzigen volg je de volgende stappen:

  • Ga naar Beheer > Bedrijfsinstellingen > Sociale verzekeringen;

  • Selecteer bovenin één voor één alle sectorrisicogroepen die je hebt voor IA en voor IIA;

  • Selecteer onder AZV premie de regel waar een vinkje achter staat (zal aansluiten bij de cao die je volgt);

  • Klik onderin op de drie puntjes achter ‘Onderhoud zelf verzorgen’;

  • Je selecteert nu bovenin een nieuwe ingangsmaand (juli) en vult de percentages in voor de AZV premie voor de werkgever, kostprijs en werknemer.

  • Vergeet ook niet om voor het percentage ‘Werkgeverslasten over reserveringen’ een nieuw percentage vast te leggen per juli. De ‘Werkgeverslasten over reserveringen’ betreffen een voorziening voor de betaling van sociale premies als reserveringen op een later moment worden uitbetaald. Het percentage is een optelsom van alle sociale verzekeringspremies en wijzigt dus op het moment dat er een sociaal verzekeringspercentage wijzigt, in dit geval voor de AZV. Indien je kiest voor ‘Geef indicatie’ wordt er een optelsom gemaakt van alle sociale verzekeringspremies.

  • Kies voor ‘Opslaan’.

Herhaal deze stappen voor alle sectorrisicogroepen voor IA en IIA.

AZV inrichten voor IB en IIB

De informatie in deze alinea is alleen van toepassing indien je gebruik maakt van ‘zonder uitzendbeding contracten’ in fase A / 1-2.
Pas je in fase A / 1-2 altijd het uitzendbeding toe en gebruik je de sectorrisicogroep IB+IIB alleen voor fase B en C / 3 en 4? Dan hoef je deze stappen dus niet uit te voeren.

In het tabblad ‘Beheer > Bedrijfsinstellingen > Sociale verzekeringen’ wordt het bij de bestaande sectorrisicogroep(en) voor IB+IIB mogelijk om bij de AZV-premie meerdere percentages in te geven. Namelijk:

  • Percentages voor de contractanten in fase B en C / 3 en 4 (dit percentage blijft 0% omdat de AZV hier niet van toepassing is)

  • Percentages voor contracten zonder uitzendbeding in fase A / 1-2 in de administratieve en (para)medische sector

  • Percentages voor contracten zonder uitzendbeding in fase A / 1-2 in de technische en industriële sector

Je krijgt dus binnen één sectorrisicogroep (IB + IIB) verschillende mogelijke AZV premies. In de verloning wordt op basis van gegevens uit de plaatsing en arbeidsovereenkomst bepaald welke situatie en dus welke AZV premie van toepassing is. Denk aan de sectorrisicogroep in de plaatsing, de functie uit de plaatsing en de fase uit de arbeidsovereenkomst. Met name het kiezen van de juiste functie in de plaatsing wordt vanaf nu nog belangrijker! Elke functie is gekoppeld aan een ‘discipline’ (terug te zien onderaan in de functieboom). Deze discipline bepaalt of het percentage voor de administratieve en medische sector van toepassing is of het percentage van de technische en industriële sector.

Om de juiste percentages toe te passen in de verloning dien je deze zelf vast te leggen. Hiervoor volg je de volgende stappen:

  • Ga naar Beheer > Bedrijfsinstellingen > Sociale verzekeringen;

  • Selecteer bovenin één voor één alle sectorrisicogroepen die je hebt voor IB en IIB;

  • Selecteer onder AZV premie de regel ‘Uitzendbedrijven IB + IIB’;

  • Indien de keuze onderin het scherm nu op ‘Onderhoud door Easyflex’ staat, wijzig je deze keuze naar ‘Onderhoud zelf verzorgen’. Zodra je hier op klikt krijg je een waarschuwing en vervolgens kom je direct in het scherm om de percentages vast te leggen. Indien de keuze onderin het scherm al op ‘Onderhoud zelf verzorgen’ staat, klik je op de knop met de 3 puntjes;

  • Controleer dat je bovenin het scherm de selectie nu ziet staan op ‘Juli’ en op ‘IB + IIB’ en pas deze eventueel aan. De percentages staan alle drie op 0%. Hier wijzig je niets aan. Dit is namelijk de premie voor de fases B en C / 3 en 4 en in deze fases is de AZV niet van toepassing.

  • Laat de ingangsmaand op ‘Juli’ staan en wijzig de premiegroep naar ‘IB (Administratief en (para)medisch)’. Vul de percentages in die je vanaf juli wilt toepassen voor de AZV premie voor de werkgever, kostprijs en werknemer.

  • Laat de ingangsmaand op ‘Juli’ staan en wijzig de premiegroep naar ‘IIB (Technisch en industrieel)’. Je krijgt de melding dat je de ingevoerde gegevens nog niet hebt opgeslagen en of je ze nu alsnog wilt opslaan. Kies voor ‘Ja’. Vul de percentages in die je vanaf juli wilt toepassen voor de AZV premie voor de werkgever, kostprijs en werknemer.

  • Vergeet ook niet om voor het percentage ‘Werkgeverslasten over reserveringen’ een nieuw percentage vast te leggen per juli. De ‘Werkgeverslasten over reserveringen’ betreffen een voorziening voor de betaling van sociale premies als reserveringen op een later moment worden uitbetaald. Het percentage is een optelsom van alle sociale verzekeringspremies en wijzigt dus op het moment dat er een sociaal verzekeringspercentage wijzigt, in dit geval voor de AZV. Indien je kiest voor ‘Geef indicatie’ wordt er een optelsom gemaakt van alle sociale verzekeringspremies. Voor de AZV wordt in het geval van IB + IIB het hoogst vastgelegde percentage meegenomen in de berekening.

  • Kies voor ‘Opslaan’.

Herhaal deze stappen voor alle sectorrisicogroepen voor IB en IIB.

Je kunt de ingevoerde percentages nu controleren in het scherm en middels het overzicht ‘Bedrijfsinstellingen’. Als het goed is heb je nu bij de premiegroepen IB + IIB 6 situaties vastleggen: voor ‘IB + IIB' een situatie voor januari en juli, voor ‘IB’ een situatie voor januari en juli, en voor ‘IIB’ een situatie voor januari en juli.

Bekijk hier de stappen voor het doorvoeren van alle wijzigingen in je kostprijs.

Ingangsdatum

In de cao teksten worden, in verband met de verschillende loontijdvakken, 2 ingangsdata genoemd: 1 of 3 juli 2023. Daarnaast hebben ABU en NBBU per mail aan ons bevestigd dat er desgewenst voor 4-weken loontijdvakken de wijzigingen in de AZV premie mogen worden doorgevoerd per 17 juli 2023 (het eerstvolgende volledige loontijdvak na 1 juli). Concreet betekent dit:

  • Voor flexwerkers met een loontijdvak van een week wordt het ingevoerde AZV percentage van de ingangsmaand ‘Juli’ toegepast vanaf maandag 3 juli / week 27.

  • Voor flexwerkers met een loontijdvak van een maand wordt het ingevoerde AZV percentage van de ingangsmaand ‘Juli’ toegepast vanaf maandag 1 juli / maand juli.

  • Voor flexwerkers met een loontijdvak van 4-weken wordt het ingevoerde AZV percentage van de ingangsmaand ‘Juli’ toegepast vanaf maandag 17 juli / periode 8.

Sectoren en kostprijzen

De sectorrisicogroepen IA en IIA zijn altijd 2 aparte sectorrisicogroepen geweest, voornamelijk met de reden dat voor deze sectorrisicogroepen dus altijd al verschillende AZV percentages van toepassing waren. Omdat dit voor de sectorrisicogroepen IB en IIB niet van toepassing was, is dit altijd één sectorrisicogroep geweest. Dit blijft dus ook zo. Dat betekent dat het ook niet nodig is om aparte / nieuwe sectoren aan te maken voor flexwerkers zonder uitzendbeding in fase A / 1-2 en voor flexwerkers zonder uitzendbeding in fase B en C / 3 en 4. In de verloning wordt op basis van de discipline van de functie en de fase van het contract gekeken of en welke AZV premie van toepassing is. Er gaan dus wel verschillende kostprijzen van toepassing zijn voor één en dezelfde sector. Je zult dan ook zien dat een aantal schermen in Easyflex, zoals ‘Beheer > Bedrijfsinstellingen > Kostprijzen’, ‘Frontoffice > Pro forma loon’ en het overzicht ‘Kostprijzen’ zijn uitgebreid en je hier extra keuzes zult moeten maken. Verder heeft dit tot gevolg dat je bijvoorbeeld in een overzicht zoals ‘Rapportage detail’ voor één en dezelfde sector toch verschillende kosten/kostprijzen zult zien wanneer deze sector gebruikt is voor een flexwerker in fase A / 1-2 of voor een flexwerker in fase B of C / 3 of 4. Mocht dit onwenselijk zijn, dan kun je er uiteraard voor kiezen om toch aparte / nieuwe sectoren en eventueel sectorrisicogroepen aan te maken voor de verschillende situaties die onder IB + IIB vallen.

Aandachtspunten

Als de flexwerker in één loontijdvak zowel in IA als in IIA werkt en er dus 2 verschillende AZV percentages van toepassing zijn, wordt de AZV premie gesplitst / 2x vermeld op de loonstrook omdat het 2 verschillende sectorrisicogroepen zijn. Dit was al bestaand gedrag. Als de flexwerker in één loontijdvak zowel een contract zonder uitzendbeding in fase A / 1-2 in de administratieve en (para)medische sector, als een contract zonder uitzendbeding in fase A / 1-2 in de technische en industriële sector heeft, en er dus IB + IIB van toepassing is, dan worden de verschillende AZV percentages niet gesplitst op de loonstrook omdat IB + IIB vanuit de inrichting in ‘Beheer’ één sectorrisicogroep is. Het getoonde percentage op de loonstrook is het percentage waarbij het hoogste bedrag aan AZV premie berekend is. In feite is wel op de afzonderlijke delen van het loon het van toepassing zijnde percentage berekend.

Een soortgelijke situatie heb je wanneer de flexwerker gedurende het loontijdvak overgaat naar een andere fase. Bijvoorbeeld als de flexwerker halverwege het loontijdvak van fase A / 1-2 zonder uitzendbeding naar fase B / 3 gaat en op een deel van het loon wel AZV premie van toepassing is en op een deel van het loon niet. De ‘grondslag’ die getoond wordt bij de AZV is het totale tijdvakloon. Als je de premie narekent zul je zien dat deze alleen berekend is over het deel van het loon van de dagen dat de flexwerker nog in fase A / 1-2 zat.

Als de flexwerker verloond is met AZV premie omdat hij in fase A / 1-2 zat, maar de flexwerker had eigenlijk in de verloonde week al in fase B / 3 moeten zitten, dan is het belangrijk om eerst de foutief verloonde weken terug te boeken, daarna de nieuwe arbeidsovereenkomst vast te leggen en daarna de weken opnieuw op te boeken. Doe je dit niet (en ligt de nieuwe overeenkomst dus al vast op het moment van terugboeken) dan wordt de onterecht berekende AZV premie niet teruggeboekt.

Wijzig je na de verloning de functie in de plaatsing naar een functie die bij een andere discipline hoort en waar dus ook een ander AZV percentage bij hoort, dien je ook eerst de verloonde weken terug te boeken, daarna pas de functie aan te passen en daarna de declaratie weer op te boeken. Doe je dit niet (en ligt de nieuwe functie dus al vast op het moment van terugboeken) dan wordt de onjuist berekende AZV premie niet teruggeboekt.

Â