(2021-02) Algemeen 1
Elk jaar willen wij de jaarwissel zo makkelijk mogelijk maken. Wij bereiden je hierop voor met behulp van onze webinars, de stappen en de (2021-02) Easyvideo's in dit handboek. Deze hulpmiddelen hebben één gezamenlijke basis: de procesbeschrijving. Deze bestaat uit 3 korte stappen en eventueel acties vanuit wettelijke wijzigingen. De stappen voor een Easy jaarwissel bestaan uit:
1. Openen loonjaar 2020
2. Reserveringen, lonen en tarieven (overzicht)
3. Afsluiten loonjaar 2019
Deze stappen richten zich op de handelingen die je in Easyflex moet doen om het loonjaar 2020 operationeel te maken en uiteindelijk het loonjaar 2019 af te sluiten. Aanvullende informatie en veel voorkomende vragen vind je gemakkelijk terug in de doorverwijzingen of in de FAQ. Klik hier voor een overzicht van alle downloads.
Voordat je begint
Wanneer je bezig bent met stap 1 van de jaarwissel is het niet mogelijk om pro forma's te maken en is het niet mogelijk om te verlonen en/of te factureren. Bedenk om deze reden goed wanneer je aan deze stap gaat beginnen. Nadat stap 1 is afgerond kun je de eventuele acties uitvoeren die voortkomen uit de wettelijke wijzigingen, zoals hieronder beschreven.
Wat heb je nodig?
De beschikking van de Belastingdienst met hierop de gedifferentieerde premies Whk
Premie voor de AZV (wanneer je flexwerkers met beding uitzendt)
Pensioen gegevens (wanneer je een ander pensioen dan StiPP toepast)
Rechten in 'Beheer > Bedrijfsinstellingen'
Beschikking met sectorindeling per loonbelastingnummer*
Daarnaast wijzen wij je erop, dat alle in dit document opgenomen variabelen zijn verzameld uit de diverse documenten zoals wij deze van de Belastingdienst, de ABU, de NBBU en StiPP hebben mogen ontvangen. Easyflex aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de juistheid van deze variabelen. Voor het verkrijgen van de juiste voor jullie van toepassing zijnde variabelen verwijzen wij je naar de daarvoor verantwoordelijke instanties.
*Let op: dit is alleen nodig indien je van sector wijzigt!
Overzicht van de belangrijkste wijzigingen vanaf 2020
Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen. Een volledig overzicht van alle loontechnische wijzigingen per 1 januari 2020 vind je in de nieuwsbrief ‘Loonheffingen voor 2020’ van de Belastingdienst.
Algemene wijzigingen
Aanpassingen HollandZorg
HollandZorg gaat op 01-01-2020 live met een nieuw portaal. Het wordt hierbij verplicht om de reden dat de flexwerker uitgeschreven wordt in te vullen, wanneer er een einddatum ingevuld wordt bij de verzekeringssituatie. HollandZorg verstrekt per 2020 ook collectiviteitsnummers van 8 cijfers. In Easyflex is het daarom nu ook mogelijk om collectiviteitsnummers van 8 cijfers vast te leggen. Bestaande 4-cijferige collectiviteitsnummers worden ook nog steeds ondersteund.
IBAN regels aangepast
Vanaf 1 januari 2020 kan iedere Nederlandse bank zelf de laatste tien cijfers van een nieuw IBAN bepalen. Nu worden die laatste tien cijfers nog toegewezen vanuit een centrale Nederlandse voorraad unieke tiencijferige nummers die aan de zogeheten ‘elfproef’ voldoen. Daar komt in 2020 een einde aan, waardoor deze nummers niet meer gegarandeerd uniek zijn voor ieder IBAN. Ze hoeven dan ook niet meer aan de elfproef te voldoen. De geldigheid van iedere ingevoerde IBAN moet alleen nog met de ‘mod-97’ berekening worden gecontroleerd. Deze wijziging is doorgevoerd in Easyflex.
Loonaangifte aanpassingen
De loonaangifte is aangepast conform de nieuwe eisen van de Belastingdienst. De reden van het einde van de plaatsing, de contracturen, de CAO code van de inlener (indien er sprake is van een payroll plaatsing), de indicatierubrieken omtrent soort overeenkomst en de hoge/lage WW-premie zullen nu ook worden meegestuurd in de loonaangifte.
Werkkostenregeling
De werkkostenregeling is aangepast naar het tweeschijvenstelsel in de berekening van de vrije ruimte. De vrije ruimte wordt berekend als 1,7 procent van de fiscale loonsom tot 400.000 euro plus 1,2 procent van de resterende loonsom. Deze wijziging is doorgevoerd in Easyflex.
Nieuwe loonbelastingtabellen voor flexwerkers uit België, Aruba en Suriname
Met ingang van 1 januari zijn er nieuwe loonbelastingtabellen voor inwoners uit België en Aruba/Suriname. Deze twee opties zijn dan ook toegevoegd als ‘Fiscaal woonland’ op tabblad ‘Fiscaal-sociaal > Gegevens voor loonopgave’. Het fiscale woonland is van invloed op de in te houden loonheffing. We adviseren om het fiscale woonland aan te passen voor flexwerkers die één van deze drie landen als domicilieland hebben (leg hier m.i.v. 01-01-2020 een nieuwe situatie voor vast). Je kunt via ‘Matching’ controleren welke flexwerkers België, Suriname of Aruba als domicilieland hebben en op basis hiervan het fiscale woonland aanpassen.
Wijzigingen m.b.t. de WAB (Wet Arbeidsmarkt in Balans) per 01-01-2020
Sectorwijziging
Vanaf 1 januari worden alle uitzendorganisaties ingedeeld in sector 52. Payrollbedrijven worden apart ingedeeld in sector 45. Uitzendwerkgevers die zijn ingedeeld in een vaksector ontvangen een beschikking sectorindeling van de Belastingdienst. De indeling gebeurt op basis van de aangiften loonheffingen.
Wijziging in Easyflex
Wanneer je in 2020 bent ingedeeld in een andere sector dien je een getekende opdrachtbevestiging inclusief de beschikking naar Easyflex te sturen. Vervolgens zal de sectorwijziging door Easyflex doorgevoerd worden en dien je zelf nog een aantal stappen door te voeren.
Klik hier voor de volledige procesbeschrijving m.b.t. het wijzigen van de sectorindeling. In het stappenplan van de jaarwissel (stap 2.4) is aangegeven wanneer je de te volgen stappen het beste kunt uitvoeren. Wij adviseren om deze volgorde aan te houden.
Lage en hoge WW-premie
Werkgevers betalen vanaf 1 januari 2020 een lagere WW-premie voor werknemers met een vast contract dan voor werknemers met een flexibel contract. De sectorpremie vervalt vanaf dat moment.
De werkgever betaalt de lage WW-premie voor werknemers met een vaste arbeidsovereenkomst. Daarvan is sprake als er een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is, die geen oproepovereenkomst is. De werkgever mag ook de lage WW-premie betalen als:
De werknemer onder de 21 jaar is en maximaal 48 uur (per aangiftetijdvak van 4 weken) of 52 uur (per aangiftetijdvak van een kalendermaand) verloond heeft gekregen;
Hij een leerling in dienst heeft die de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) volgt. De overeenkomst met de BBL-leerling moet voorzien zijn van een dagtekening en zijn opgenomen in de administratie van de werkgever;
De werkgever een uitkering werknemersverzekeringen (WW, ZW, WIA, WAO, WAZO) betaalt als werkgeversbetaling of als eigenrisicodrager. Over dit deel van de betaling aan de werknemer is de werkgever dan de lage WW-premie verschuldigd.
De werkgever betaalt de hoge WW-premie voor alle andere dienstverbanden anders dan het dienstverband voor onbepaalde tijd.
In 2 gevallen is met terugwerkende kracht alsnog de hoge WW-premie van toepassing:
- Als de onbepaalde tijd arbeidsovereenkomst uiterlijk 2 maanden na aanvang van de dienstbetrekking eindigt;
- Als er in een kalenderjaar 30% meer uren verloond zijn dan in de arbeidsovereenkomst is vastgelegd.
Omdat de lage en hoge WW-premie nieuw zijn in Easyflex dient dit eenmalig ingericht te worden.
Klik hier voor de te ondernemen stappen. In het stappenplan van de jaarwissel (stap 1.6) is aangegeven wanneer je de te volgen stappen het beste kunt uitvoeren. Wij adviseren om deze volgorde aan te houden.
Nieuwe mogelijkheid voor ontslag: cumulatiegrond
Er wordt een nieuwe ontslaggrond geïntroduceerd: de cumulatiegrond. Ontslag wordt hierbij ook mogelijk wanneer omstandigheden uit de verschillende ontslaggronden die via de kantonrechter lopen samen een redelijke grond voor ontslag opleveren. Bij ontslag op basis van de cumulatiegrond kan de rechter een extra vergoeding toekennen aan de werknemer.
Hiervoor is geen wijziging doorgevoerd in Easyflex.
Transitievergoeding vanaf de 1e werkdag
De werknemer heeft recht op de transitievergoeding bij ontslag vanaf de eerste werkdag. Ook de berekening van de transitievergoeding verandert.
In Easyflex kun je het overzicht ‘Signalering transitievergoeding’ aanmaken om te zien wanneer iemand recht heeft op een transitievergoeding. In verband met de gewijzigde regelgeving is het overzicht alleen nog te gebruiken voor resultaten waarvan de datum ‘Recht transitievergoeding’ vóór 01-01-2020 ligt, omdat vanaf deze datum op de eerste dag van het dienstverband recht ontstaat op een transitievergoeding. Het overzicht blijft nog bestaan, omdat je nog met terugwerkende kracht aanspraak kunt maken op een transitievergoeding, maar resultaten na 01-01-2020 zijn niet meer betrouwbaar.
Er is vooralsnog geen tool beschikbaar in Easyflex om de transitievergoeding te berekenen. Je kunt wel een voorziening treffen door een percentage op te nemen in het reserveringsschema.
Ketenregeling; 3 tijdelijke contracten in maximaal 3 jaar
Vanaf 2020 kunnen werkgever en werknemer 3 tijdelijke contracten in maximaal 3 jaar aangaan. Voorheen waren dit 3 tijdelijke contracten in 2 jaar.
Wijziging in Easyflex
Wanneer je een contractadvies opvraagt wordt nu rekening gehouden met deze wijziging.
Payrollwerknemer: gelijke rechtspositie en arbeidsvoorwaarden
Werknemers die vanaf 2020 een payrollcontract krijgen, krijgen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden en dezelfde rechtspositie als werknemers die in dienst zijn van het bedrijf. In het geval van payrollen mag de uitzend CAO niet meer worden gebruikt. Je mag vanaf 01-01-2020 enkel nog het periode-ketensysteem toepassen voor payrollkrachten.
Per 1 januari 2020 treden de payrollregels uit de WAB direct in werking. Bij iedere arbeidsverhouding die dan onder payrolling valt mag vanaf dan niet meer gebruik worden gemaakt van de flexibele uitzendregels. Zo komt het uitzendbeding direct te vervallen en moet gelijk de volledige inlenersbeloning worden toegepast. Er gaat alleen overgangsrecht gelden voor de rechtspositie. Een tijdelijke arbeidsovereenkomst die is aangegaan vóór 1 januari en doorloopt tot na die datum, verandert niet ineens in een contract voor onbepaalde tijd. Er is altijd een keuzemoment.
Wijziging in Easyflex
In de loonaangifte wordt de CAO code van de inlener meegestuurd indien er sprake is van een payroll plaatsing. In Easyflex zal de CAO van de inlener dus vastgelegd moeten worden:
Op tabblad ‘Overige gegevens’ bij de relatie is onder ‘Beloningen’ een nieuw veld toegevoegd: ‘CAO’. Hier kun je meerdere CAO’s vastleggen met daarbij één ‘hoofd CAO’, die standaard wordt overgenomen in de plaatsing (je kunt de CAO van de inlener in de plaatsing eventueel ook nog wijzigen).
In de plaatsing op tabblad ‘Werk en personeel’ is ook een nieuw veld ‘CAO’ toegevoegd. Dit veld wordt standaard gevuld met de CAO die vastligt bij de inlener op tabblad ‘Overige gegevens’. Je kunt de CAO hier eventueel nog aanpassen wanneer je op tabblad ‘Overige gegevens’ meerdere CAO’s hebt geselecteerd en de leveringswijze van de plaatsing ‘payroll’ is.
De contractadviezen in Easyflex zijn aangepast; wanneer de flexwerker historie had in de fasesystematiek, dan kun je nu ook periode-keten adviezen krijgen (zodra je aangeeft dat het om payrolling gaat) zonder dat de historie handmatig moet worden aangepast.
Bij het aanmaken van een arbeidsovereenkomst of een plaatsing is het belangrijk dat in het geval van payrolling ook de leveringswijze ‘Payroll’ wordt geselecteerd. In lopende plaatsingen wordt de hoofd-cao welke is ingegeven bij de relatie overgenomen. Controleer deze plaatsingen goed en maak eventueel nieuwe plaatsingen aan. Er is via ‘Matching’ een optie toegevoegd bij ‘Uitvoer samenstellen’ om in de uitvoerkolom de leveringswijze van de plaatsing te raadplegen, zodat je dit makkelijker kunt controleren.
Raadpleeg artikel 1.1. in de nieuwe uitzend CAO welke geldt vanaf 30-12-2019 voor de overgangsregeling omtrent payrolling.
Let op: Het uitzendbeding vervalt per direct, wanneer er lopende arbeidsovereenkomsten zijn voor fase A met uitzendbeding moet er een nieuwe arbeidsovereenkomst worden aangemaakt.
Oproepmedewerkers: minimale oproeptermijn en aanbod voor vaste uren na twaalf maanden
Vanaf 2020 hoeft een oproepkracht met een nul-urencontract of min-maxcontract alleen gehoor te geven aan een oproep als de werkgever hem minimaal 4 dagen van tevoren oproept. Zegt de werkgever de oproep binnen 4 dagen voor de aanvang van de werkzaamheden af, dan heeft de werknemer recht op loon over de uren waarvoor hij was opgeroepen. In een cao kunnen afspraken worden gemaakt om de termijn van 4 dagen te verkorten tot 24 uur.
Vanaf 1 januari 2020 worden de regels m.b.t. het bepalen of er sprake is van een oproepovereenkomst verder verduidelijkt. Vanaf die datum is er sprake van een oproepcontract:
Als je geen loon krijgt wanneer je niet werkt;
Als het aantal uren werk niet is vastgelegd in een tijdvak van hoogstens een maand of hoogstens een jaar en als het recht op loon ongelijkmatig (over dat tijdvak) is verspreid (jaarurennorm).
De werkgever moet de werknemer na een jaar een contract aanbieden met hetzelfde aantal uren als waarop de oproepkracht gemiddeld heeft gewerkt. Ook in de volgende situaties is dient er een contract met een vast aantal uur aangeboden te worden:
Als de oproepkracht op 1 januari 2020 langer dan een jaar als oproepkracht werkt. De werkgever is verplicht om vóór 1 februari 2020 een contract aan te bieden;
Als de werkgever de oproepkracht na een oproepcontract van een jaar binnen 6 maanden opnieuw in dienst neemt;
Als de oproepkracht binnen 6 maanden bij een werkgever werkt die geldt als opvolgend werkgever.
Voor seizoensarbeid kan in de cao worden afgesproken dat er geen minimale oproep- en opzegtermijn geldt. Ook is de werkgever niet verplicht om een arbeidsovereenkomst aan te bieden als de werknemer op 1 januari 2020 minstens een jaar in dienst is. Dit geldt alleen voor klimatologische functies die hooguit 9 maanden per jaar kunnen worden uitgeoefend en die in de cao zijn opgenomen. Dit mag alleen als de betreffende functie niet aansluitend langer door dezelfde werknemer kan worden gedaan.
Wijziging in Easyflex
Vanaf 01-01-2020 is het soort overeenkomst dat je aangaat met je flexwerkers van groot belang voor de WW-premie en daarmee ook voor de loonaangifte. Daarom is het contractadvies uitgebreid met een scherm waarin je aangeeft om welk soort overeenkomst het gaat:
Je dient aan te geven of het gaat om een uitzendovereenkomst, payrollovereenkomst of overeenkomst volgens het wettelijk periode-keten systeem;
Je dient aan te geven of het al dan niet om een oproepovereenkomst gaat. Is er sprake van een jaarurennorm, dan dien je dit ook specifiek aan te geven;
Je dient aan te geven of er sprake is van een BBL of leeftijdseis overeenkomst.
In elke plaatsing en in elk contract moet worden aangegeven of het al dan niet om oproep gaat.
Op basis van de gemaakte keuzes worden de hierbij passende contractadviezen getoond. Je kunt op het tabblad ‘Beheer > Bedrijfsinstellingen > Dienstverbanden’ tevens vastleggen welke keuzes er standaard getoond worden bij het opvragen van een contractadvies. Hier kun je ook instellen of de optie oproep standaard op ‘Ja’ of ‘Nee’ moet staan. Dit wordt doorgetrokken naar de aanvraag en plaatsing; wanneer je voor ‘Ja’ hebt gekozen wordt dit ook automatisch toegepast in de aanvraag. Als je in de aanvraag niets aanpast zal deze instelling ook in de plaatsing worden overgenomen.
In ‘Frontoffice > Matching’ zijn extra uitvoerkolommen toegevoegd bij ‘Uitvoer samenstellen’. Het gaat om de kolommen ‘Ingangsdatum plaatsing’, ‘Oproepkracht’ en ‘Leveringswijze plaatsing’. Je kunt hiermee dus de ingangsdatum en leveringswijze van de plaatsing inzien. Daarnaast kun je ook inzien hoe het veld ‘Oproep’ gevuld is in de plaatsing.
Aard van de overeenkomst op de loonstrook
Per 1-1-2020 moet de aard van de overeenkomst op de loonstrook worden vermeld en zullen de volgende gegevens op de loonspecificatie getoond worden:
Of de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd is;
Of de arbeidsovereenkomst schriftelijk of niet is vastgelegd;
Of de arbeidsovereenkomst een oproepovereenkomst is of niet.
Wijzigingen m.b.t. de CAO harmonisatie per 30-12-2019
Binnen 6 maanden na het einde van een contract voor onbepaalde tijd komt de uitzendkracht weer in fase C of fase 4
Als de uitzendkracht na beëindiging van een uitzendovereenkomst zonder uitzendbeding voor onbepaalde tijd terugkeert en sprake is van een onderbreking van zes maanden of minder, dan is de uitzendkracht werkzaam op basis van een uitzendovereenkomst fase 4 of fase C. Als er sprake is van een onderbreking van meer dan zes maanden, dan begint de telling van fase 1-2 of fase A weer opnieuw.
Wijziging in Easyflex
Wanneer je een contractadvies opvraagt wordt nu rekening gehouden met deze wijziging.
Tijd voor tijd alleen nog in uren reserveren
In de nieuwe CAO met ingang van 30 december 2019 is voor zowel ABU als NBBU opgenomen dat de toeslag voor overwerkuren kan worden aangewend voor de opbouw van compensatie-uren (tijd voor tijd). Dit betekent dat zowel voor overeenkomsten met beding als voor overeenkomsten zonder beding het saldo tijd voor tijd in uren leidend is, ofwel: de flexwerker krijgt een uitbetaald uur tijd voor tijd tegen het huidige uurloon uitbetaald.
Wijziging in Easyflex
De tijd voor tijd uren zullen alleen nog in uren gereserveerd worden, dus ook voor de sectorrisicogroepen IA + IIA. Dit betekent ook dat op de loonspecificatie het saldo tijd voor tijd alleen in uren getoond zal gaan worden. Middels het overzicht ‘Reserveringen herwaarderen’ kan het saldo tijd voor tijd voor de sectorrisicogroepen IA + IIA geherwaardeerd worden.
8,33% vakantiegeld per 30-12-2019
In de CAO van de ABU en NBBU heeft de flexwerker per 30-12-2019 recht op 25 vakantiedagen en 8,33% vakantiegeld.
Wijziging in Easyflex
Op het tabblad ‘Beheer > Bedrijfsinstellingen > Reserveringsschema’s’ is in het jaar '2019' een nieuwe ‘maand’ toegevoegd met de naam ‘30 december’ welke je kunt selecteren. Je kunt voor deze maand dan nieuwe percentages invoeren, waardoor de instellingen alleen geldig zijn voor 30-12-2019 en 31-12-2019. Daarnaast is het standaard percentage voor het vakantiegeld voor zowel de ABU als NBBU aangepast naar 8,33%.
Alle vakantiewerkers krijgen recht op inlenersbeloning
M.i.v. 30-12-2019 gaat voor alle vakantiemedewerkers de inlenersbeloning gelden.
Wijziging in Easyflex
Bij het aanmaken van een aanvraag en een plaatsing vanaf 30-12-2019 wordt automatisch gekozen voor de inlenersbeloning. Indien er sprake is van bestaande plaatsingen met een ingangsdatum van vóór 30-12-2019, waar ‘uitzend CAO’ is geselecteerd zal er een foutmelding/blokkade te zien zijn bij het openen van de urendeclaratie. Hierin wordt vermeld dat er een nieuwe loon- en tariefafspraak vastgelegd moet worden met beloningssysteem ‘Inlenersbeloning’.
Toeslagdeel van ORT en overwerk kan gespaard worden
Vanaf 30-12-2019 mag het toeslagdeel van overwerkuren en onregelmatige uren worden gespaard.
Wijziging in Easyflex
Deze wijziging is nog niet doorgevoerd in Easyflex. Houd de Easy Update pagina in de gaten voor de daadwerkelijke wijziging.
Fase indeling van zowel ABU als NBBU kan gevolgd worden en staat los van lidmaatschap
In de nieuwe CAO is bepaald dat NBBU klanten ook de fasetelling van de ABU mogen hanteren en vice versa.
Wijziging in Easyflex
De telling van de CAO ligt vast op het tabblad ‘Beheer > Bedrijfsinstellingen > Algemeen’. Het is mogelijk om deze telling te wijzigen, echter is hier een proces aan verbonden i.v.m. het aanpassen van de historie etc. Indien je hier gebruik van wilt maken, neem dan contact op met het Service Center voor een opdrachtbevestiging.
Scholingsfonds
Waar in de oude CAO gesproken wordt over ‘scholing’ of ‘scholingsfonds’, heet dit in de nieuwe CAO ‘Duurzame inzetbaarheid’. Deze term is ook doorgevoerd in Easyflex.
Wijziging in Easyflex
Wanneer je een grootboekrekening ‘Scholingsfonds’ hebt genoemd kun je eventueel de naam aanpassen naar ‘Duurzame inzetbaarheid’ op het tabblad ‘Beheer > Bedrijfsinstellingen > Rekeningschema’.
Definitie feitelijk loon
In de oude ABU CAO werd feitelijk loon als volgt omschreven: 'Het met inachtneming van de CAO toegekende, naar tijdsruimte vastgestelde actuele brutoloonbedrag, exclusief vakantiebijslag, toeslagen, vergoedingen, overuren, compensatieuren etc'. In de oude NBBU CAO werd feitelijk loon omschreven als: 'Het met inachtneming van deze CAO toegekende, naar tijdsruimte vastgestelde actuele brutoloonbedrag, exclusief vakantiebijslag, reserveringen, toeslagen, vergoedingen, overuren, compensatie-uren, enz'. Vanaf 30-12-2019 wordt de huidige definitie van feitelijk loon van de NBBU gehanteerd voor beide CAO’s. In de oude ABU CAO ontbreekt ‘reserveringen’.
Wijziging in Easyflex
Overal waar de definitie van toepassing is, is deze aangepast naar de nieuwe definitie.
Aanpassen grondslag AZV
De AZV premie werd berekend over het (bruto)loon van de flexwerkers. In de nieuwe CAO m.i.v. 30-12-2019 staat dat de AZV berekent dient te worden over het feitelijk loon. Deze grondslag wordt aangepast met de ingangsdatum van de nieuwe CAO.
Overstap naar ketensysteem binnen 26 weken mogelijk
Artikel 11 uit de nieuwe ABU en NBBU CAO vanaf 30-12-2019 is doorgevoerd in Easyflex. Dit artikel gaat over de afwijkende rechtspositie. Zolang de uitzendkracht niet meer dan 26 weken heeft gewerkt, kan de uitzendonderneming er voor kiezen de wettelijke ketenregeling toe te passen. Deze bepaling was er reeds voor de NBBU CAO en is dus ook doorgevoerd voor de ABU CAO wanneer je een contractadvies opvraagt vanaf 30-12-2019.
‘Loontabel overige’ ABU CAO niet meer beschikbaar & 'Loontabel allocatie' ook voor NBBU
In de plaatsing bij ‘Lonen en tarieven’ was voorheen de loonschaal ‘Loongebouw overige’ beschikbaar. Na de harmonisatie van de CAO per 30-12-2019 is deze niet meer van toepassing en dus ook niet meer beschikbaar als keuze. Het loongebouw 'allocatie' is vanaf 30-12-2019 ook voor NBBU beschikbaar.
Grondslag vakantiegeld
In artikel 18 wordt aangegeven dat de uitzendkracht recht heeft op 8,33% vakantiebijslag van het feitelijk loon over:
Gewerkte dagen
Vakantiedagen
Feestdagen
Dagen waarop de uitzendkracht arbeidsongeschikt is
Compensatieuren/TVT
Leegloopuren
Dit was al het geval bij gewerkte dagen, vakantiedagen, feestdagen, arbeidsongeschiktheid en leegloop, maar nog niet bij tijd voor tijd.
Wijziging in Easyflex
Op het tabblad 'Beheer > Bedrijfsinstellingen > Reserveringsschema's' is bij het vakantiegeld, indien je de optie 'Berekenen over' hebt ingesteld op 'Standaard', de tijd voor tijd vanaf 2020 toegevoegd aan de grondslag. Is het, bijvoorbeeld in verband met de inlenersbeloning, niet de bedoeling dat tijd voor tijd grondslag is voor vakantiegeld, dan kun je bij 'Berekenen over' kiezen voor de optie 'Excl. TVT'.
Vakantiewerk
Vakantiewerk mag toegepast worden in alle schoolvakanties en niet enkel in vastgestelde periodes. Vanaf 30-12-2019 moet bij vakantiewerk de inlenersbeloning worden toegepast. Bij nieuwe plaatsingen en/of loon- en tariefafspraken is dit de enige keuze die beschikbaar is, maar in bestaande plaatsingen is dit niet het geval. Er zal in dat geval dus een nieuwe loon- en tariefafspraak vastgelegd moeten worden.
Duidelijkheid conform doorbetalen feestdagen
De CAO geeft duidelijkheid over de berekening voor het uitbetalen van feestdagen. Wanneer niet duidelijk wordt in de uitzendovereenkomst of de feestdag op een dag valt die normaliter als zijn werkdag is aan te merken, wordt de uitzendkracht een feestdag toegekend als de uitzendkracht in een periode van 13 aaneengesloten weken direct voorafgaand aan de desbetreffende feestdag minimaal 7 keer op de betreffende dag in de week werkzaam is geweest, of wanneer de uitzendkracht nog geen 13 aaneengesloten weken heeft gewerkt en in meer dan de helft van het aantal weken waarin is gewerkt op de betreffende dag in de week werkzaam is geweest. Voor de berekening van de periode van 13 weken worden elkaar opvolgende overeenkomsten samengesteld indien en voor zover zij elkaar binnen een periode van één maand opvolgen. Onderbrekingsperiodes worden niet meegeteld.
Wijziging in Easyflex
In Easyflex is het nu ook mogelijk om bij het overzicht ‘Automatisch uitbetalen’ te kiezen voor de optie ‘Uitzend CAO’. Je kunt dan een berekening maken op basis van wat in de CAO is opgenomen.
Uitgeruild loon mag pensioengrondslag niet verlagen
Het uitgeruilde loon mag de grondslag van het StiPP pensioen en APG niet verlagen. Dit zal aangepast worden in Easyflex.
Op het tabblad ‘Algemeen’ van de aftrekposten StiPP basis en StiPP plus is de instelling ‘Volledige uitruil verlaagt grondslag’ actief. Deze instelling kijkt tot en met 2019 alleen naar de uitruil over het looncomponent ‘Loon overwerkuren’. Met ingang van het nieuwe loonjaar telt deze instelling voor al het uitgeruilde loon. Voor de aftrekposten Stipp Basis, Plus en APG zal Easyflex deze instelling automatisch uitzetten met ingang van 2020. Voor de overige aftrekposten kan je als klant zelf bepalen of de uitruil de pensioengrondslag dient te verlagen.
Periodiek na 26 gewerkte weken en ook voor NBBU
Na 26 gewerkte weken moet de uitzendonderneming de uitzendkracht een periodiek toekennen. In Easyflex zal daarom vanaf 30-12-2019 gaan signaleren op 26 weken (dit was voorheen niet van toepassing voor de NBBU, en voor de ABU is de signalering aangepast). In werkmaatschappijen met een ABU lidmaatschap kon je reeds op het tabblad ‘CAO-overige’ een CAO periodiek ingeven. Dit is nu ook doorgevoerd voor werkmaatschappijen met een NBBU lidmaatschap.