BI > Flexwerkers
Op dit tabblad kun je aangeven hoe voor flexwerkers voor de reservering 'Vakantiegeld' dient te worden gespaard en welke looncomponent types gebruikt worden voor uitruil voor extraterritoriale kosten.
Reserveringen zonder uitzendbeding
Je kunt hier instellen op welke wijze er voor flexwerkers met een arbeidsovereenkomst voor de reservering 'Vakantiegeld' dient te worden gespaard.
Grondslag vakantiegeld over
Er zijn 2 reserveringsmethodes. Je hebt de keuze uit:
- Opbouw Vakantiedagen (methode uitzendbeding)
Het loon en de opbouw van de reservering vakantiedagen (VD) zijn samen de grondslag waarover het vakantiegeld wordt gereserveerd. - Opname Vakantiedagen (methode contractanten)
Enkel het normale loon en de opnames van de reservering vakantiedagen (VD) zijn de grondslag waarover vakantiegeld wordt gereserveerd. Indien er vakantiedagen worden opgenomen zijn het vervangende werkdagen waarover vakantiegeld wordt gereserveerd.
Gedurende een lopend loonjaar kan de instelling worden gewijzigd. De stand van de reservering vakantiegeld wordt voor iedere flexwerker opnieuw bekeken en indien nodig aangepast. Van deze wijzigingen worden journaalposten aangemaakt. Als de instelling wordt gewijzigd zal er in ' Backoffice > Exporteren en printen' een overzicht 'Wijzigen reservering vakantiegeld' worden aangemaakt. Hierop worden de oude standen, de aanwas en de nieuwe standen getoond per flexwerker.
Let op! Dit overzicht wordt automatisch gegenereert wanneer je de instelling 'Grondslag vakantiegeld over' wijzigt.
ET-uitruil
Je kunt hier aangeven of eerst de uitruil voor huisvesting berekend wordt of eerst de uitruil van de de overige kosten. Indien beide looncomponenten worden toegepast bij een flexwerker wordt naar deze instelling gekeken om te bepalen voor welk looncomponent als eerste de uitruil berekend wordt.
Volgorde
Je kunt kiezen voor de volgende opties:
- Huisvesting voor overige kosten
Als eerste wordt de uitruil voor de huisvesting berekend en als er nog ruimte over is, wordt de uitruil voor de overige kosten berekend. - Overige kosten voor huisvesting
Als eerste wordt de uitruil voor de overige kosten berekend en als er nog ruimte over is, wordt de uitruil voor de huisvesting berekend.
Uitgeruilde uren aangeven in loonaangifte
Je kunt per loonjaar (vanaf 2017) kiezen of looncomponenten die volledig uitgeruild worden met een ruilvoet van 100%, wel of niet moeten meetellen als 'verloond uur' in de loonaangifte. Dit kan, afhankelijk van de instellingen, gelden voor de looncomponenten 'Loon overwerkuren', 'Bovenwettelijke vakantiedagen' en 'Tijd voor tijd'. De instelling kan gevolgen hebben voor het LIV.
Voor 2017 is de standaardinstelling dat deze uren wel meetellen en dus niet verlaagd worden.
Eenmaal verloond voor een loonjaar kan deze instelling niet meer gewijzigd worden omdat er dan ook een herrekening dient plaats te vinden t.b.v. de loonaangifte. Voor de juiste toepassing adviiseren wij om goed de wetgeving en de CAO te raadplegen.
'Niet aangegeven': Alleen volledig uitgeruilde uren worden in mindering gebracht op het aantal verloonde uren. Als er overwerkuren en/of bovenwettelijke vakantiedagen deels zijn uitgeruild, worden de uren gewoon volledig aangegeven. Kies je ervoor om een bepaald deel van een overwerkuur standaard niet uit te ruilen, dan kan het overwerkuur nooit volledig uitgeruild worden en dus tellen deze uren altijd als 'verloond uur' indien je kiest voor 'Niet aangegeven'.
'Volledig aangegeven': Of er nu wel of geen uitruil heeft plaatsgevonden op de overwerkuren en/of bovenwettelijke vakantiedagen, de verloonde uren worden altijd volledig aangegeven.
'Evenredig aangegeven': Als overwerkuren en/of bovenwettelijke vakantiedagen deels worden uitgeruild, wordt het aantal verloonde uren evenredig verlaagd. Als de uren volledig worden uitgeruild, wordt het aantal verloonde uren volledig verlaagd.
Bijvoorbeeld: je betaalt 10 uur a 10 euro = 100 euro uit aan loon overwerkuren waarvan je 50 euro uitruilt, dan wordt het aantal verloonde uren voor de loonaangifte verlaagd naar 5 uur.
Uitruil van loon voor extraterritoriale kosten
Situatie met ingang van
Je kunt hier met een ingangsdatum vastleggen welke looncomponent types meetellen voor het berekenen van het brutoloon dat kan worden uitgeruild voor een vrije vergoeding.
Grondslag voor maximum 30% uitruil
Je kunt aangeven of je gebruik maakt van de definitie 'feitelijk loon' of 'bruto loon'. De ABU CAO hanteert de definitie 'feitelijk loon' voor de uitruil van extra territoriale kosten voor huisvesting- en overige kosten. De definitie van 'feitelijk loon' is sinds de harmonisatie van de ABU en NBBU CAO per 30-12-2019 gelijk.
Bruto uitruil vermindert wachtdagcompensatie
Je kunt instellen of de opbouw van de reservering wachtdagencompensatie evenredig verminderd moet worden met de verlaging van het brutoloon door de ET-uitruil. Je kunt dit instellen voor loontijdvakken die eindigen na 28 februari 2014. Dat is week 9, 4-weken periode nummer 3 en de maand Maart van 2014. Raadpleeg je CAO voor regels omtrent de toepassing van deze optie. Wanneer je hier kiest voor 'Ja' wordt onderaan de loonstrook van de flexwerker de volgende tekst vermeld: 'De bruto uitruil heeft de opbouw van de reservering wachtdagcompensatie verminderd met ... euro'.
Beschikbare looncomponenttypes voor berekening van de bruto uitruil
De looncomponenttypes die meetellen voor de berekening van het deel van het brutoloon dat mag worden uitgeruild wijken binnen de CAO's van elkaar af. Je hebt de keuze uit:
- Loon overwerkuren / tijd voor tijd
- Wachtdagencompensatie
- Kort verzuim
- Feestdagen
- Bovenwettelijke vakantiedagen
- Vakantiegeld
- Extra reserveringen
Let op!! De wachtdagencompensatie mag (volgens de ABU en NBBU) niet mee tellen voor de bruto uitruil van extraterritoriale kosten. Wij adviseren je contact op te nemen met de Belastingdienst en de bond waarbij je bent aangesloten om vast te stellen welke looncoomponenttypes op jou van toepassing zijn.
Ruilvoet
Middels het selecteren van de knop 'Detail' achter 'Ruilvoet' kun je voor looncomponenten van het soort 'Loon overwerkuren' instellen welk deel van het looncomponent je wilt uitruilen met welke ruilvoet. In verband met een wijziging in de Wet Minimumloon en minimumvakantiebijslag per 1 januari 2018 kan het voorkomen dat je vakantiegeld dient te reserveren over overwerkuren (zie 'Beheer > Bedrijfsinstellingen > Looncomponenten'). Dit heeft gevolgen voor de ruilvoet (81% of 100%). Daarom kan deze per 1 januari 2018 flexibel ingesteld worden.
- De 'Ruilvoet WML' is het wettelijk minimumloon dat geldt voor de flexwerker, o.a. op basis van zijn leeftijd en de standaard werkweek van de relatie.
Je hebt de keuze uit 'niet uitruilen', 'niet uitruilen (8% VG)', '81%' of '100%'.
Als je kiest voor 'niet uitruilen (8% VG)' wordt het 'wettelijk minimumloon vermeerderd met 8% (vakantiegeld)' niet uitgeruild.
Let op! In de verloning wordt de ET-uitruil berekend per looncomponenttype. Dit betekent concreet dat als er overwerkuren worden verloond met een percentage lager dan 108% en in hetzelfde tijdvak ook overwerkuren met een percentage hoger dan 108%, dan worden deze componenten met elkaar gecompenseerd. - De 'Ruilvoet basis' is het verschil tussen het loon van de flexwerker (uurloon uit de plaatsing) en het WML voor de flexwerker.
Indien je bij 'Ruilvoet WML' gekozen hebt voor 'niet uitruilen (8% VG)' is de 'ruilvoet basis' het verschil tussen het loon van de flexwerker (uurloon uit de plaatsing) en het WML voor de flexwerker + 8%.
Je hebt de keuze uit 'niet uitruilen', '81%' of '100%'. - De 'Ruilvoet toeslag' is het toeslagpercentage van het overwerkuur. Bijvoorbeeld bij een overwerkuur van 125% is 100% het basisdeel en 25% het toeslagdeel.
Je hebt de keuze uit 'niet uitruilen', '81%' of '100%'.
Deze instelling is alleen te gebruiken als het looncomponenttype 'Loon overwerkuren / tijd voor tijd' aangevinkt staat bij 'Beschikbaar voor bruto uitruil'. Wijzigingen in het verleden worden niet automatisch gecorrigeerd en wijzigingen kunnen niet worden herrekend.